Andere Tijden

Op een koude, maar zonnige dag eind februari deed ik iets heel gewaagds.

Het zit zo dat ik al mijn hele leven veel aantekeningen maak, in boeken, kranten en opinietijdschriften. Soms gebruik ik die aantekeningen om kleine essays te schrijven, waarvan sommigen van jullie er al wel eens wat lazen. Maar vooral zamelde ik die aantekeningen in om er ‘ooit’ nog een boek van te maken, waarin ik heel veel dingen (vooral de tijdsgeest en culturele uitingen in verschillende genres) met elkaar wilde combineren.

Tot aan 2012 voerde ik al deze aantekeningen in in mijn computer, echter niet heel systematisch. Na die tijd is dit in de versloffing geraakt. Ik ging promoveren, trouwen, nieuwe banen zoeken, in die nieuwe banen werken, en zo voort. Tegelijkertijd ging ik ook meer gebruik maken van social media (FB, Twitter, Flickr) en hier mijn ervaringen delen met anderen en soms met ze in discussie. Ook ging ik podcasts luisteren, Wordfeud spelen en veel Whatsappen. Kortom, er bleef weinig tijd over om elke avond braaf al mijn gemaakte aantekeningen in te voeren.

Toen kwam de corona en hadden we opeens heel veel tijd over. Tijd waarin we anders naar theaters waren gegaan, naar films, naar vrienden, naar sport, naar andere landen en naar verre natuurgebieden. Ik rook mijn kans en nam me voor om nu écht alle stapels kranten, die zich hadden verzameld in onze kelder, allemaal in te gaan voeren. Ik kwam zelfs nog een tijdje thuis te zitten – in between jobs – en had dus nóg meer tijd, naast het zoeken naar nieuwe banen. In die gewonnen tijd heb ik samen met Stephan ons hele huis opgeruimd en mooier gemaakt met nieuwe meubels. Ook heb ik veel van mijn levensverzamelingen gesorteerd: mijn brieven en kaarten vanaf mijn jeugd, mijn verzamelde entreekaartjes voor filmhuizen/theaters/musea, mijn tickets voor treinreizen naar allerlei landen en entreekaartjes voor attracties en openbaar vervoer aldaar, mijn recepten, mijn filmposters en dan ook nog voor Stephan alle postzegels uit mijn post geknipt.

Dit was heerlijk om te doen allemaal, al is het volstrekt niet duidelijk of dit nuttige bezigheden waren. Door al dat opruimen in huis gingen er in elk geval veel dingen naar de kelder. En die kelder zat dus vol met kranten en Groene Amsterdammers. Hoeveel wist ik niet precies, maar dat ze uit alle kasten puilden was vrij duidelijk. Op een gegeven moment was er een soort grens bereikt, allerlei zakken lagen al naast de kasten, of vielen er voortdurend uit, en de kans dat ik die grote hoeveelheid kranten ooit nog ging invoeren, slonk met het jaar en zelfs met de maand. Mede omdat de tijdsgeest zo snel verandert de laatste jaren, met de corona, Black Lives Matter, het klimaat, nieuws dat snel over elkaar heen buitelt op social media, de oorlog in Oekraïne. Hoe je nog hiertoe te verhouden?

Op een dag in februari dus toch maar besloten om alles weg te gooien, mijn verleden, mijn gedachten, mijn mogelijke boek! Tijdens het ontbijt bespraken we de voor- en nadelen. Voordelen waren natuurlijk de ruimte en de rust in mijn hoofd dat ik niks meer hoefde in te voeren, nadeel was de gedachte dat het onherroepelijk was! Maar goed, de zon scheen en we gingen het doen.

We gingen naar beneden en verzamelden de Jumbo-zakken. Het bleken er 25 te zijn van de laatste zeven jaar. Op twee volgeladen fietsen togen we naar de papierbak, en daar pakte Stephan met een razende snelheid de grote pakken kranten op en liet ze verdwijnen in de gleuf. “Wacht nou, wacht nou,” riep ik, “niet zo snel. Ik moet nog afscheid nemen ervan.” Er waren andere mensen bezig oud papier weg te gooien en die keken ons erg bevreemd aan. Ik begon foto’s te maken van alles wat aan het verdwijnen was, terwijl Steef gewoon doorging met hele collecties tegelijk weggooien. Bijna met tranen in mijn ogen zag ik alles verdwijnen. Toen het weg was, voelde ik me leeg, wat was het snel gegaan, maar gelukkig hadden we nóg een lading in de kelder zitten.

Met de tweede en laatste lading kranten liepen we opnieuw naar de papierbak en opnieuw maakte ik nog laatste foto’s van al die mooie en diverse artikelen. Nu begon ik wel al wat meer vrede ermee te voelen, want wat was het ongelooflijk veel. Teveel gewoon. Toen alles in de papierbak zat, maakte ik foto’s door de gleuf van de papierbak heen. De zon scheen erdoor naar binnen en daar lag mijn verzameling. Ik stopte mijn hand in de gleuf en probeerde of ik nog dingen terug kon pakken, maar ik kon niet ver genoeg reiken. Het was dus weg. Ik wierp nog een laatste blik op de verspreide Groenes en aantekeningen en in de zon liepen we weer naar huis. Mijn levenswerk weg?

In de weken erna voelde ik geen verdriet. Ik probeerde minder aantekeningen te maken en de nieuwe Groenes en kranten gingen direct naar het Oud Papier. Hoewel, ik heb er nog wel dingen uitgescheurd. Die liggen nu op een eerste beginnende stapel…     

– The End –

(met dank ook aan Steef voor de foto’s en voor de moed die hij me schonk om alles weg te gooien).