BOEKEN top 10 van in 2023 gelezen boeken

Uit meer dan 60 boeken koos ik deze weloverwogen top 10 dit jaar. En bij toeval kwamen er 7 boeken van Nederlandse bodem in de lijst! Heb wel degelijk ook buitenlandse literatuur gelezen, maar de Nederlandse oogst was dit jaar gewoon uitzonderlijk goed! Hebben jullie nog andere mooie tips?

1. Anjet Daanje – Het lied van ooievaar en dromedaris (Passage, 2022)

Wat heb ik ongelooflijk genoten van dit boek. Wat mij betreft is het echt grootse literatuur en ik kan me indenken dat veel mensen over de hele wereld ervan kunnen genieten. Ben benieuwd of het al vertaald is/wordt naar allerlei andere talen.

Het boek zit enorm ingenieus in elkaar wat betreft de verbanden tussen de verschillende hoofdstukken (allemaal verhalen apart, chronologisch verspringend in de tijd) en daarbij is elk hoofdstuk op zich ook nog eens zeer origineel qua plot en zeer goed opgeschreven qua spanningsboog. Het enige minpuntje dat ik zou kunnen opnoemen is dat de verbanden er naar het einde toe iets te dik op lagen, terwijl ze tijdens de eerdere hoofdstukken meer onderhuids en subtieler waren.

Maar wat een inlevingsvermogen heeft Daanje in werkelijk al haar uiteenlopende personages en tijdsperiodes. Er komt veel dood en verderf in het boek voor, maar wel op een hele mooie, respectvolle manier. En met veel symboliek eromheen, die weer doorspeelt in verhalen later in het boek. Ik heb lang gewacht met dit boek, omdat ik er nooit zo van houd om de massa te volgen. Maar op een dag hoorde ik Daanje op de radio en ik vond het zo’n oprechte, aandoenlijke en bescheiden vrouw dat ik daarna meteen het boek alsnog ben gaan kopen.

2. Gerbrand Bakker – Moeder, na vader (De Arbeiderspers, 2023)

Mooi egodocument waarin bijna ‘live’ gedacht wordt, waardoor je als lezer rechtstreeks meegaat met de overpeinzingen. Het begint opgewekt, ook al is de ietwat vreemde dood van Bakkers vader met mooie aandacht beschreven. Het voelt toch opgewekt, door de nieuwe gezelligheid die de schrijvende hoofdpersoon met M. beleeft en door de manier waarop hij zijn oude moeder met al haar karaktertrekjes neerzet. (Zij voelt zich bijvoorbeeld ‘een beetje tranig’.) Gaandeweg wordt het boek pessimistischer, omdat Gerbrand zich afvraagt of hij zijn vader niet meer zou moeten missen en wat die zware ondertoon in zijn lichaam allemaal behelst. Gaat hij weer zo’n nare periode in, zoals tijdens ‘Knecht, alleen’? Of zorgt juist de angst voor zo’n nieuwe periode voor de zwaarheid en valt het eigenlijk dit keer wel mee? Die dreiging voelt hij, maar bespreekt hij ook met M., die goed zijn best doet om te zorgen dat Gerbrand de dingen wat meer langs zich heen laat glijden, in plaats van het teveel te incorporeren. Tussendoor voelt het boek toch ook op veel plekken weer gezellig, door de oprechte verbazing over dingen, de leuke logica in Gerbrands denken, de humoristische terzijdes, het wederzijds geplaag van moeder en zoon en van zoon en M. En hoewel het lijkt of het boek ‘gewoon’ een jaar uit Gerbrands leven beschrijft, zonder selectie, is het toch heel goed doordacht en prachtig geconstrueerd, in die zin dat er een goed evenwicht is tussen zwaarte, humor, verhaallijn en terzijdes. De dosering is precies goed en maakt ook nog eens dat je eigenlijk eindeloos zou willen doorlezen. Ik vond het dan ook heel jammer dat het boek ‘opeens’ afgelopen was en hoop dat er opnieuw een vervolg komt.

3. Roxanne van Iperen – Eigen welzijn eerst (Thomas Rap, 2022)

Dit boekje was van de eerste tot de laatste pagina goed en zo enorm relevant. Alles wat er de laatste jaren gebeurd is komt erin langs (de grimmigheid en de verharding van de maatschappij, het wij-zij-denken, het uitsluitingsbeleid, de verschraling van de publieke voorzieningen door de overheid, de onverschilligheid jegens de minder-zelfredzamen, het stagneren van het besteedbare inkomen, onzekerheid, angst, aanhangers van QAnon en wellness-rechts, de fear of falling, de ‘deep state’-theorie, de afkeer van MSM (Mainstream Media) en tot slot het ‘witwassen’ van extremistisch gedachtengoed). Nu, in retrospectief, had zij de winst van de PVV dus heel goed aan zien komen. Extra bewonderenswaardig hierbij is dat Van Iperen probeert om terug te gaan naar de bron van dingen, om te begrijpen hoe ze ontstaan zijn. En ze probeert ook nog eens oplossingen aan te dragen aan het einde. Heel dapper. Ze zet hiermee de lijn voort die Herman Tjeenk Willink in 2018 begon met het boekje ‘Groter denken, kleiner doen. Een oproep’. Alleen is de focus van Van Iperen internationaler, wat nog meer inzicht geeft. Beide willen ze Nederland vooruit helpen. Luisterden er maar meer mensen naar hen! Want mensen die een poging doen en er zelfs in slagen om dingen vanuit een bredere optiek te begrijpen en in heldere woorden uit te leggen zijn tegenwoordig extreem zeldzaam. Omdat de wereld zelf zo ingewikkeld geworden is en ontwikkelingen dankzij het internet zo ongelooflijk snel gaan. En omdat dingen allemaal zo ongelooflijk met elkaar verweven zijn.

De oplossingen die Van Iperen aandraagt, leiden naar een Nederland waarin mensen weer meer zekerheden hebben en daarom meer vrijheid voelen om risico’s te nemen en open staan voor dingen buiten hun eigen terrein. Een Nederland waarin weer minder angst gevoeld wordt om dingen te verliezen, waardoor er minder defensief stemgedrag nodig is. Laten we het hopen voor een meer toekomstig kabinet!

4. Alba de Cespedes – Verboden schrift (Meridiaan Uitgevers, 2022 (1952), vertaald door Manon Smits)

Een onlangs pas in het Nederlands uitgegeven boek (dankzij Schwob, Meridiaan en vertaalster Manon Smits), uit 1952, van een Cubaans-Italiaanse schrijfster die werd geboren in Rome. Zij schrijft over een vrouw van 43 die ontdekt dat ze de laatste twintig jaar van haar leven eigenlijk nooit een moment voor zichzelf heeft gehad. Niet alleen haar twee bijna volwassen kinderen, maar ook haar man noemt haar ‘mamma’. Binnenkort wordt ze zelfs oma. In een dagboek – dat ze elke dag ergens anders verstopt – schrijft ze voor het eerst haar gedachten en gevoelens op. Vaak midden in de nacht, het enige moment dat ze een alleen kan zijn. Is ze echt al zo oud, of kan ze nog opnieuw beginnen, zo jong als ze zich nog voelt?

5. Lana Bastasic – Vang de haas (Meulenhoff, 2021, vertaald door Pavle Trkulja)

Prachtige roman. Hele mooie structuur, die het spannend houdt tot het einde en een mooi verhaal over twee levens in Bosnië die eerder met elkaar verweven waren, maar daarna, in Mostar en Dublin, steeds meer van elkaar verwijderd raakten. Is toenadering nog mogelijk na 12 jaar? Is vriendschap gestoeld op matchende mentaliteiten of op gedeelde herinneringen? Of een combinatie hiervan? En wat als het eerste mist?

6. Tiemen Hiemstra – W. (Das Mag, 2023)

Hiemstra’s tot de verbeelding sprekende studie ‘Woordkunst’ (in Antwerpen) heeft in elk geval niet geleid tot een te ingewikkeld boek: alle zinnen zijn helder en goed. En goed afgewogen. Een mooie nieuwe stem in de Nederlandse literatuur.

7. Maral Noshad Sharifi – Citroeninkt (Prometheus, 2023)

Zeer goed geconstrueerd voor een debuutroman, met mooie verspringingen in de tijd, waardoor je zowel het leven van de hoofdpersoon vorm ziet krijgen, als dat van haar ouders in Iran en Nederland. Het boek krijgt een diepere laag door de reflectie van de oudere ik op de jongere ik en op haar ouders en hoe die achteraf gezien niet veel anders konden doen en reageren dan hoe ze hebben gedaan, ook al was dat niet altijd makkelijk. Toevallig verscheen er dit jaar een boeiende documentaire over dezelfde problematiek, ‘Mijn vader, Nour en ik’ (Wiam Al-Zabari, 2023), hoewel dit ging om een familie uit Irak en niet Iran.

8. Johan Huizinga – Leven en werk van Jan Veth (Querido, 2022)

Zeer zeer zeer genoten van dit boek. Wat mooi dat Anton van der Lem zich heeft ingezet om hiervan een mooie editie in modern Nederlands te maken. Uit het boek spreekt een groot enthousiasme van Huizinga om zijn geliefde vriend Jan Veth zo mooi en compleet mogelijk weer te geven: de man die hij was, de keuzes die hij maakte (beperking tot portretschilderen en -tekenen), de belangrijke dingen waar hij zich voor inzette (zoals de hervorming van het Rijksmuseum) en zijn bijzondere karaktertrekken (zoals zijn rusteloosheid en de prikkels die hij nodig had om die te ‘stillen’ en die maakte dat hij voor zoveel dingen open stond). Dat het boek, in tegenstelling tot de uitgave in 1927, zo rijk geïllustreerd is, met alle portretten die genoemd worden erbij, is een absolute meerwaarde en een mooi eerbetoon achteraf aan zowel Huizinga als Veth.

9. Hella Haasse – Ik stuur deze brief op goed geluk weg. Brieven 1939-1950 (Querido, 2023)

Wat mooi dat deze brieven verzameld en zo mooi bezorgd zijn (met context erbij) door Patricia de Groot. Het verhoudt zich ook op een goede manier tot de biografie van Truijens, waar vaak naar verwezen wordt. De reden waarom deze brieven van Hella Haasse zo bijzonder zijn, is omdat zij ten eerste natuurlijk ook toen al goed schreef, maar ten tweede omdat er een mooie dynamiek in het boek zit qua spanningsopbouw. Aan het begin van het boek gaat zij vanuit Indië in Nederland studeren en is de bedoeling dat haar ouders al snel navolgen. Zij reflecteert over haar volwassenwording en dat als haar ouders er eenmaal zijn, dat ze dan niet meer de rol van ‘hun kind’ wil hebben, maar meer als gelijke vrienden contact met hen wil hebben. Door het uitbreken van de oorlog komen haar ouders echter helemaal niet, en worden ze enkele jaren later ook nog eens geïnterneerd in de Jappenkampen, waardoor contact bijna helemaal onmogelijk is. En juist in deze jaren maakt Hella zoveel mee: haar eerste serieuze relatiebreuk, haar studieswitch van Zweeds naar de Toneelacademie, het begin van haar carrière als acteur en tekstschrijver voor het theater, een huwelijk, de geboorte van haar eerste kind, het samen overleven van de hongerwinter en de moeilijke jaren erna. Ondertussen schrijft ze lange brieven, die veelal niet aankomen (maar vreemd genoeg toch bewaard zijn), waarin je haar volwassen ziet worden en van een kind een vrouw. En waarin ze reflecteert over het zijn van een intelligente en werkende vrouw en wat een weerstand dit oproept bij de buitenwereld. Gelukkig komt er uiteindelijk toch een weerzien!

10. Elif Batuman – The idiot (Penguin Press, 2017)

Prachtig boek. De nog jonge hoofdpersoon, Selin, vraagt zich veel interessante dingen af en ervaart de wereld op een andere manier dan haar leeftijdgenoten. Het was bizar te zien hoe zo’n freshman year verloopt aan een Amerikaanse universiteit (in dit geval Harvard), waarbij je eigenlijk voor elk vak moet ‘solliciteren’! De wereld van de Hongaarse dorpjes (waar Selin zich in het tweede deel van het boek bevindt) was voor mij erg levendig, omdat ze leken op de Transsylvaanse dorpjes waar ik in gastgezinnen zat, en waar ze ook Hongaars spraken. Selin is in het boek Russsich aan het leren, wat ik ook heb gedaan tijdens de lockdowns (nog niet wetende dat de oorlog zou uitbreken). Ook daarom voelde het boek herkenbaar en dichtbij voor mij. Bovendien worden er veel talen met elkaar vergeleken – Turks, Hongaars, Servisch, Engels en Russisch – wat ik altijd leuk vind.

Plaats een reactie